Dag 1
We vertrekken rond 16u richting ‘Han Sur Lesse’. Van de ene file naar de andere, maar om 19u zijn we ter plaatse. Grote camperplaats op de asfalt. Lijkt een toffe plaats als doorreis. Je krijgt elektriciteit en water aan de plaats zelf. WC + water kan je lozen op de voorziene plaats. Kostprijs voor deze plaats bedraagt 11 euro. Toen er iemand langskwam om te betalen, waren we er niet. Er zat een papiertje tussen onze deur met briefomslag. We zijn toen naar het VVV kantoor gestapt en het bedrag en enveloppen in de brievenbus gaan steken. Leuk stadje, ’s avonds zeer rustig. Het centrum is heel dichtbij. Aan het begin van de parking is een sanitaire blok (WC). De inkom hiervoor bedraagt 0,50 euro.
Dag 2
We vertrekken richting Amnèville. Druilerig weer, veel verkeer. We rijden via Luxemburg om te tanken (= goedkoop). We tanken in Kapellen. We rijden verder richting Franse grens, maar de Mobilehome begint raar te doen. Toch rijden we verder naar Theonville. We besluiten de autostrade te verlaten, want de motor sputtert. We geraken tot op een parking van een brasserie. Veel rook is er te zien en we durven niet verder rijden. Ik bekijk het allemaal eens en kom tot de volgende conclusie: ik heb benzine getankt in plaats van diesel. AXA gebeld voor een garage in de buurt en na 5 uren komt er een takeldienst ons helpen. Hij takelt de Mobilhome en brengt ons naar de depannagedienst in Luxemburg. Na uren wachten kunnen we vertrekken. We besluiten naar de dichtst bij zijnde camperplaats te rijden. Deze is in Dudelange. De camperplaats staat vol, maar op de parking ernaast is nog plaats. We kruipen direct in ons bed. Slaaplekker.
Dag 3
We vertrekken heel vroeg, want we willen op schema zitten. We rijden richting Thaon Les Vosges. Het gaat nu zeer vlot en komen er toe rond half 10. Zeer mooie locatie, naast het water. Zalig, maar het weer wil niet mee! Water moet je betalen en de voorzieningen zijn een eindje weg. Maar… er is dan ook geen geurhinder. Op het domein grote speeltuin en overdekte petanquebaan. Mooi wandelwegen, heel dicht bij het centrum en een park naar de camperplaats. Bij mooi weer kan je hier gerust twee dagen staan.
Dag 4
Vandaag zetten we koers naar ‘Mesnay’, de jura – streek. Uiteindelijk zijn we ter plaatse na heel wat smalle wegen door het stadje Arbois. Staan rustig, in de natuur op het domein van een kartonatelier. We willen toch eens op ontdekking gaan en volgens andere campergasten volg je best ‘Jardi de Millerveux’, dan kom je in het centrum. In het centrum is niets te beleven en we wandelen tot Arbois. Een levendig stadje met twee grote toppers: J. Tissot, een wijnhuis en de chocolatier Hissingen. Het is er duur, maar hij maakt knappe creaties. Vervolgens gepakt en gezakt helemaal terug. Gelukkig was het goed weer. Voorzieningen zijn gratis, geen elektriciteit.
Dag 5
We vertrekken richtig Eyzin – Pinet. Lijkt een klein dorpje en dat vinden we oke. Zijn een beetje bang voor de feesten/vuurwerk voor 14/7. Toffe camperplaats. We staan er eerst alleen, veel gras en bomen, dus als je wil veel schaduw. Dorpje is doods. Zeer rustige plaats ook op vrijdagavond. Propere plaats, veel vuilnisbakken. Op de hoek is een kleine supermarkt en iets verder in de straat een bakker en een beenhouwer. Voor de rest de rust zichzelfve. Sanitaire voorzieningen zijn prima. Water nemen/lozen en WC ledigen kan allemaal. Alles is gratis.
Dag 6
We rijden naar het eerste wijndomein: Domaine du Magord te Barsac. Een toertje door smalle wegen, dus het gaat niet vooruit, maar het is de moeite waard. Het domein ligt tussen twee bergflanken waar de wijnstruiken op staan. Camperplaats is ruw, tussen de bomen op het gras. Je staat hoe je zelf wil. Veel bomen, dus veel schaduw. Mevrouw is heel vriendelijk en nodigt je uit om te degusteren. Barsac ligt op 1,5 km. De streek die we gaan verkennen is ‘De Diois’. Deze bestaat uit drie delen: ten eerste de wijnstreek tussen bergen en hogere heuvels (omgeving ‘Die’), ten tweede ‘De Büech’, groene valleien en lavendel en ten slotte de ‘Les Baronnies’ van de olijfbomen en lavendel.
Dag 7
Het is duidelijk, we gaan de minder toeristische streek van de Provence verkennen. We vertrekken naar de volgende wijnboer te Valrèas. De weg er naar toe is fantastisch, maar wel zeer smal. Van de ene col naar de andere. De wegen van de bergdorpen zijn ook niet al te breed. De rit is 67 km, maar duurt 2,5 uur. Rond de middag zijn we ter plaatse. Een groot wijndomein, zeer verzorgd en de ‘oude’ wijnboer komt ons zeer vriendelijk tegemoet en toont ons waar we mogen staan (onder de bomen – zalig). Er is water en elektriciteit.
Dag 8
Van de wijnstreek rijden we naar ‘Sederon’, een kleine camping. We rijden van het ene lavendelveld naar het andere en tussen de olijfbomen en van het ene bergdorp naar het andere. Heerlijke geur! Overal France – Passion. Eindelijk komen we in een klein dorpje met zeer smalle wegen. Daar moeten we zijn. We komen toe op een camping Municipal. Een kleine camping met smalle plaatsen. We dachten om hier twee dagen te blijven, maar beslissen toch maar om het op een nacht te houden. Er is dan ook niets te zien in het centrum. Wel mooie omgeving qua natuur. De kostprijs bedraagt 11 euro zonder elektriciteit, met elektriciteit is het plus drie euro. Lozen van water is niet mogelijk, want er is te weinig plaats. Water nemen lukt goed en WC leegmaken ook. Sanitaire blok is oud, maar werkt goed.
Dag 9
We vertrekken naar ‘Aspres sur Buëch’ en stoppen in ‘Orpierre’ en ‘Serres’. De weg gaat volledig tussen de bergen. Prachtige uitzichten en we stoppen geregeld om de natuur te bewonderen. In ‘Orpierre’, dat tussen de rotsen ligt, is duidelijk de thuishaven van het klimmen en vliegen. Vervolgens naar ‘Serres’, terug tussen de bergen. ‘Serres’ is gebouwd op een flank van een berg. We hadden geluk en konden parkeren op een autoparking in het centrum. Een gewone stadskern, druk, maar ook hier weinig winkels. We rijden verder naar ‘Aspres sur Buëch’. Opnieuw van het ene bergdrop naar het andere. We komen uiteindelijk toe aan het station, op een voorziene plaats voor mobilhomes. We zoeken wat gras op en daar gaan we staan. Rustig en voor de mobilhome komt de lokale bevolking petanquen. Gezellig!! Het dorpje is heel oud, maar wel een restaurant en bar aanwezig en op de hoek een superette. Je kan er wandelen, voor het station links gaan en daar kan je naast de sporen wandelen. Er is een sanistation aanwezig, WC leegmaken, water lozen en water nemen, alles is gratis. Van de trein heb je geen last, het is er ’s nachts heel stil!
Dag 10
We rijden naar ‘Die’, in de hoop dat dat een stadje gaat zijn. Weer rijden we door de bergen, zeer mooie landschappen. We komen ineens in het klimgedeelte. Groepen leren hier hoe je moet dalen en klimmen. Zeer mooi gebied met parkeerruimte, picknickruimte en wandelmogelijkheden. Uiteindelijk komen we aan te ‘Die’. Camperplaats ligt in het centrum en hoewel het niet mag, is het een mixt parkeerplaats. Zeer weinig plaats. We hebben gelukkig een plaatsje kunnen bemachtigen en gaan ‘Die’ bezoeken. En… eindelijk, het is gelukt, het is er markt! Zalig gezellig, maar zeer druk, bijna niets anders dan toeristen. Hele smalle straatjes. Terug naar de mobilhome besluiten we er niet te blijven staan, maar iets verder te rijden. We rijden tot ‘Vassieux en Vecors’, een skioord op 1250 meter. Zalige plaats met geweldig uitzicht (landschappen). Je kan er eindeloos wandelen. In het centrum is een kleine superette en ook een bakker en een tankstation. Je kan hier veel monumenten van de oorlog vinden. Sanistation is volledig gratis. Toffe plaats om meer dan een dag te blijven.
Dag 11
Vandaag richting ‘Ampuis’, maar eerst nog een wandeling, dus we vertrekken later dan gewoonlijk. Ook rijden we eerst nog langs een camperplaats op 15 minuten. We rijden naar ‘Port l’Urle’, een ander skioord op 15500 meter. Nog prachtiger qua uitzichten, eindeloze wandelingen, maar geen winkel of bakker. Veel later dan gepland rijden we richting ‘Ampuis’. Het gaat weer van de ene col na de andere. We worden moe en besluiten te stoppen bij een camping Municipal. Tof, netjes en rustig aan het water in het stadje ‘Saint Nazaire en Royaens’. Sanitaire blok is prima verzorgd. Prijs is 11 euro zonder elektriciteit + 1,80 euro per hond, voor ons dus met drie honden een totaal van 16,40 euro.
Dag 12
We rijden richting ‘Ampuis’ naar een wijnboer ‘France Passion’. Het gaat weer door de bergen, maar het landschap verandert langzaam. De wijnbouw gaat over in terrassenbouw, impossant om te zien. Zonder dat we het goed beseffen, komen we in de ‘Côte du Roti’ wijnstreek, een van de betere wijnen en dat merken we ook aan de wijnhuizen. Domein ‘Rosiers’ is een iets kleiner wijnhuis met drie plaatsen. Super plaatsen met een grote picknicktafel. Water en elektriciteit mogen we nemen. De wijnboer van 23jaar vertelt met passie en alles krijgen we te zien, zelfs de wijnkelder. Toffe plaats (wij stonden er alleen) met dure wijnen.
Dag 13
We beginnen onze terugrit naar België. Drie uren rijden met daarbij de stadsring van ‘Vienne en Lyon’, maar waar we toekomen, in ‘St. Leger sur Dheune’, is het de moeite waard. Een camperplaats achter de sporthal afgesloten met een meerpaal. Eerst betalen met de kaart en dan gaat de paal naar beneden. Ruime plaatsen met wat gras. Twaalf plaatsen. Heel dicht bij het centrum en de jachthaven. Achteraan de camperparking is een deur die open gaat met een knop, je geraakt terug binnen via je code op het ticket. Prijs: 7 euro. Hier kan je gerust twee dagen blijven staan.
Dag 14
We vertrekken voor drie uren rijden naar ‘Arc en Barrois’. Het wordt een lange rit langs kleine wegen. We zijn precies alleen op de wereld. We rijden door heel wat dorpen en er is geen mens te zien, eigenlijk best een beetje akelig. We rijden door de ‘Bourgonge’ zo tot een klein dorpje: ‘Arc en Barras’. Een hele kleine camping of beter gezegd een camperpark. Ruime plaatsen met een volledige sanitaire blok met WC en douches en saniblok voor de vidange. Leuke doorreiscamping, zeer rustig. ’s Avonds komt er iemand langs om te betalen, 12,40 euro, alles in.
Dag 15 We vertrekken naar de champagneboer in ‘Villeneuve – Reneville’, zo’n 180 km.
